Wat mag je als eigenaar van een coffeeshop nog op je website plaatsen? De Hoge Raad moest zich recent over die vraag buigen in een beroep dat coffeeshopbaas John Grouws van het Amsterdamse La Canna had aangetekend. De uitkomst: op de site van een coffeeshop mogen in ieder geval niet de prijzen van de verdovende middelen staan.
'Het door de verdachte op internet plaatsen van menu's en prijzen van in zijn coffeeshop te verkrijgen softdrugs, moet worden beschouwd als een openbaarmaking in de zin van art. 3b, eerste lid, Opiumwet.' Die uiting was volgens het Hof 'gericht op de bevordering van de verkoop, aflevering of verstrekking van softdrugs', terwijl internet volgens het hoogste rechtsorgaan van het land 'een in deze tijd voor een groot publiek toegankelijk middel vormt voor de kennisneming van dergelijke uitingen'.
In de Opiumwet staat inderdaad dat 'elke openbaarmaking, welke er kennelijk op is gericht de verkoop, aflevering of verstrekking van een middel (..) te bevorderen, is verboden'. Het 'afficheringsverbod' heet dat ook wel: elke 'meer dan een summiere aanduiding' is strafbaar. Uithangborden en stickers zijn taboe, en dat geldt nu dus ook voorgoed voor websites. Plaatst een cofeeshophouder nog hasjprijzen alsnog op zijn site, dan loopt hij het risico zijn vergunning kwijt te raken.
Proefproces
Dat gebeurde overigens niet na de veroordeling van Grouws. Justitie spreekt van een proefproces en had enige coulantie voor de Amsterdamse horecaondernemer. Ondanks dat Grouws voor de overtreding van de Opiumwet strafrechtelijk is veroordeeld, werd er uiteindelijk geen straf opgelegd.
Toch zijn Grouws en zijn advocaat niet te spreken over het vonnis van de Hoge Raad. B. Zegers, advocaat te Edam: 'Deze wet was een dode letter, er is jarenlang niets gedaan met de passage over 'openbaarmaking' en nu ineens wel. Zonder enige aankondiging of waarschuwing wordt mijn cliënt, als enige, aangepakt.'
Grouws herinnert zich nog het begin van het proces in 2002. 'De officier van justitie zei toen dat ze een proefproces over softdrugs en internet wilden voeren en dat ze dat met mij wilden doen, omdat mijn site en bedrijf er professioneel uitzagen. Ze wilden geen kleintje pakken die meteen zou opgeven. Ik was bereid een advocaat te nemen en het uit te vechten.'
De aanleiding voor zijn vervolging zijn volgens Grouws de mediaberichten in Amerika van enkele jaren geleden over een website die via Nederland softdrugs verstuurde naar klanten over de hele wereld. 'Toen zijn ze wakker geworden rond internet.'
Het arrest is volgens het Openbaar Ministerie de eerste uitspraak over internet en het afficheringsverbod. 'De Hoge Raad heeft zich uitgesproken op basis van het huidige beleid, dat is positief', aldus OM-woorvoerder Leendert de Lange.
Vrolijke foto's wel
Aan de website van La Canna is sinds het vonnis weinig veranderd. Alleen de prijslijst staat er niet meer op. Op de pagina Cool Pictures maakt Grouws nog altijd reclame voor zijn zaak met plaatjes van onder meer een megajoint en de vele buitenlandse artiesten die zijn zaak aandeden om aan hun stuff te komen. 'Ik mag wel reclame maken voor mijn zaak, daarover heeft de rechter niks gezegd. Die foto's staan er ook als promotie voor het hotel en niet voor de softdrugs', beweert hij.
Grouws en zijn advocaat Zegers laten het er niet meteen bij zitten. Ze overwegen naar het Europese Hof van Justitie te stappen. Er zijn hogere belangen in het spel, menen ze. 'Deze uitspraak is te gek voor woorden. In de Nederlandse rechtspraak is de logica ver te zoeken. Ik vind dit vonnis uitermate krom', schimpt de felle Zegers.
Dat de coffeeshophouders hun prijzen niet op internet mogen zetten en de burger wel, vindt hij een schending van de vrijheid van meningsuiting. Hij valt er vooral over dat de Hoge Raad in het vonnis heeft bepaald dat internet gelijkstaat aan de openbare ruimte.
Voor toegang tot het internet is het volgens de rechter 'niet noodzakelijk dat men over een privé-pc beschikt, aangezien er vele internetwinkels zijn, waar een ieder tegen betaling van de kosten van de verbinding toegang kan krijgen tot het internet'. Dat de site van La Canna in anderhalf jaar tijd 600.000 hits kreeg speelde ook mee.
De advocaat van La Canna zei dat publiceren op internet geen openbare verspreiding van de boodschap is. Niet waar, zegt de Hoge Raad: 'Tegenwoordig is de beschikbaarheid van apparatuur waarmee men zich op het internet kan begeven zodanig algemeen, dat niet meer kan worden gesteld dat slechts een beperkte groep mensen toegang heeft tot de op internet aanwezige uitingen.'
Meningsuiting en openbaarheid
Zegers is het daar totaal niet mee eens. 'Op internet moet je zelf ergens naar op zoek gaan, je wordt niet zomaar geconfronteerd met de prijzen van wiet en hasj. Internet is dus niet hetzelfde als dat je op straat loopt en een bord ziet staan. Kennelijk vindt de rechter internet een soort publieke ruimte, maar dat is het niet!'
De raadsman theoretiseert: 'Waar begint een internetsite? Wanneer begint het openbaar maken? Op het moment dat je iets online zet, of op het moment dat iemand zo'n pagina met een prijslijst opvraagt? En zeker wereldwijd is het nog geen algemeen middel. Al was het maar omdat een groot deel van de wereldbevolking nog analfabeet is...'
Zegers meent het allemaal serieus. Volgens hem heeft dit arrest van de Hoge Raad ook gevolgen voor andere publicaties: 'Straks komt het nog zover dat als je iets in je dagboek schrijft, en dat als dat in strijd is met een of andere wet dat de Gedächtepolizei in dit land, om het maar zo te noemen, in actie komt. Nu gaat het nog over softdrugs, maar straks over iets anders.'
De advocaat trekt het hele register maar open: 'Ik vind dit ook een schending van de scheiding der machten. Zo'n vonnis wordt opgedrongen vanuit de Verenigde Staten. Donner wordt onder druk gezet wat te doen aan de Nederlandse websites over softdrugs. In eigen land kan iedereen toch wel terecht als hij softdrugs wil kopen, maar deze aanpak van internet zal vooral gericht zijn op het buitenland. In feite wordt de rechterlijke macht misbruikt om politieke redenen.'
Zegert zegt het zonder een grijntje spot in zijn stem. Hij concludeert: 'Een schending van de soevereiniteit van ons grondgebied. Het is angstwekkend dat de buitenlandse politiek zo wordt overgenomen door de minister en de rechter.'
Ook geen e-mail meer
Als dat complot al zou kloppen, dan is het niet erg effectief, denkt coffeeshophouder John Grouws. 'Dit lost niets op. De hele wereld weet van het fenomeen coffeeshops in Nederland, daar heb je toch echt geen internet voor nodig. De toeristen weten ons toch wel te vinden.'
Grouws beweert dat de prijzen niet op zijn site stonden om reclame te maken. 'Ik verkocht er geen grammetje meer door. Nee, de menukaart was meer een indicatie voor mensen wat de prijzen in Amsterdam zijn. En ik ben zelf verre van de goedkoopste in de stad. Ik ben geen prijzenknaller, de lijsten waren bedoeld als dienst naar de klant. We kregen veel mailtjes met vragen over de prijzen.'
Die mails krijgt Grouws nog altijd, maar beantwoorden doet hij ze voor de zekerheid maar niet meer. De prijzen via e-mail versturen zou immers ook in strijd zijn met de Opiumwet. 'Klanten van mij mogen wel dezelfde prijzen voor drugs op hun eigen privésites zetten, dan zit er namelijk geen commercieel belang achter. Dat is een beetje krom misschien, maar ja, we mogen hier ook geen shirts en andere artikelen verkopen met wietbladeren erop, terwijl de souvenirwinkel hier tegenover dat wel doet.'
Grouws denkt niet dat het internetbeleid van Justitie erg bekend zal zijn bij andere coffeeshophouders in den lande. 'Ik denk niet dat ze weten dat dit niet mag. Ik zie op internet nog altijd allerlei prijslijsten. De communicatie van justitie naar coffeeshophouders is ook niet altijd even goed.'
Coffeeshop International uit Deventer heeft bijvoorbeeld nog altijd een prijslijst op zijn site staan. Out of Time uit Haarlem haalde de prijzen na een artikel in Netkwesties een half jaar geleden wel van de online menukaart.
Scherpere richtlijnen
Het ministerie van Justitie voert onder CDA-minister Donner een hardere koers rond softdrugs. Het aantal coffeeshops loopt terug door een strengere handhaving van de regels. Vanwege de gevolgen van drugstoerisme voor de internationale uitstraling van het land heeft internet sinds een tijdje de aandacht gekregen van Justitie.
Minister Donner schreef vorige maand in een brief aan de Tweede Kamer: 'Het Kabinet zal de aanpak van affichering via internet bevorderen. Uit onderzoek komen indicaties naar voren dat in grenssteden buitenlandse toeristen 'gelokt' zouden worden via advertenties van gedoogde coffeeshops op internet. Tevens kunnen deze websites schadelijk zijn voor de beeldvorming van ons land in het buitenland.'
'We moeten op dit punt scherper op internet letten', zegt Justitie-zegsman Wim Kok. 'Als een coffeeshop zich niet houdt aan de richtlijn, dan gaat de tent dicht.'
Concreet heeft het kabinetsstandpunt tot gevolg dat het Openbaar Ministerie zijn vervolgingsbeleid zal aanpassen. 'We zijn bezig de richtlijnen strenger te maken over internet en softdrugs. Er komt een verandering aan, maar wat precies kan ik nog niet zeggen, want er wort nog aan gewerkt', aldus OM-woordvoerder Leendert de Lange. Andere gevallen van coffeeshops die vanwege hun internetactiviteiten op de vingers zijn getikt, kent hij overigens niet.
Bij gemeenten, die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor het bepalen of een coffeeshop open mag blijven, bestaan veel vraagtekens over de sites van de wietwinkels, luidde de conclusie van een rapport over het cannabisbeleid vorig jaar. Justitie kondigt aan dat er voor gemeenten een handleiding komt over dit onderwerp, te maken door het Steunpunt Informatie Drugs en Veiligheid (SIDV) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 'Bij ons is de opdracht voor de handleiding nog niet binnengekomen', zegt een woordvoerder van SIDV. Veel schot lijkt er, afgezien van de veroordeling van Grouws, in de handhaving van de beloftes van Donner nog niet te zitten.
Vragen over kweek-dvd
Het kabinet wil trouwens ook sites die uitleggen hoe je zelf wiet kan kweken eens gaan aanpakken. Donner liet de Kamer vorige maand weten: 'Er zal ook opgetreden worden tegen het actief reclame maken, ook via internet, voor kweekbenodigdheden ten behoeve van de teelt van cannabis. Deze aanpak zal ook meer duidelijkheid geven aan de growshops over de grenzen van hun activiteiten.'
De uitspraak doet Donner mede naar aanleiding van vragen die het Kamerlid Cisca Joldersma van het CDA eind april stelde over de videotheken van Movie Max, die voor twintig euro de dvd Top Quality wiet kweken aanbieden.
De dvd-handleiding wordt aangeprezen met de slogan 'Coffeeshops sluiten volgens minister Donner? Just relax, go to Movie MAX!' Joldersma wil weten of dat in strijd is met artikel 133 van het Wetboek van Strafrecht, waarin 'het middelen verschaffen om enig strafbaar feit te plegen' wordt verboden. Ook vraagt het Kamerlid zich af hoe de verkoop van de wiet-dvd 'zich verhoudt tot de verkoop van kweekbenodigdheden in zogeheten growshops'.
De officiële beantwoording van de Kamervragen laat nog op zich wachten, ondanks dat de gebruikelijke termijn al een paar weken is verlopen, meldt een woordvoerder van Justitie, omdat de minister nog niet beschikte over voldoende informatie.
Vooral de conservatieve christelijke partijen waren het die tot nu toe de aandacht vroegen voor drugs en internet. Juridisch fractiemedewerker Jacob Pot van de ChristenUnie verwacht niet veel van de aanpak van websites van coffeeshops. 'Hierbij zie je weer dezelfde problemen die bij de handhaving op internet altijd al spelen', aldus Pot. 'Alhoewel het hier wel wat gemakkelijker moet zijn om een bepaalde site te koppelen aan een coffeeshop. In het beleid voor de gedoogcriteria staat duidelijk dat ze geen reclame mogen maken, dus ook niet op internet.'
Dat prijslijsten nu niet mogen, maar foto's van wietrokende klanten kennelijk nog wel, verbaast Pot niet. 'We hebben te maken met de inconsequenties van dit beleid. We zijn natuurlijk helemaal niet voor het gedogen. Aan de maatschappij valt hierdoor de scheiding tussen legaal en illegaal straks niet meer uit te leggen. Nu worden wel websites aangepakt, terwijl je in veel steden op straat open en bloot met de verkoop van softdrugs wordt geconfronteerd.'
'Zo werkt het gedoogbeleid nu eenmaal', zegt coffeeshophouder Grouws. 'Met wat procesjes over en weer.'