Bewijs van prehistorisch drugsgebruik
De uitrustingen van de prehistorische 'drugsgebruikers' zijn gevonden op het Caribische eiland Carriacou. De schalen en pijpen werden gemaakt in de periode 100 tot 400 voor Christus. Men vermoedt dat Zuid-Amerikaanse stammen het aardewerk destijds gebruikten om Cohoba op te snuiven, dat gemaakt wordt van Yopo zaden (Anadenathera peregrina).
Onderzoekers van het University College in Londen en de Amerikaanse North Carolina State University komen tot die conclusie in een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Archaeological Science.
Archeologen hebben al eerder indirecte aanwijzingen gevonden voor drugsgebruik in de prehistorie. Zo zijn bij verschillende opgravingen in Europa cannabiszaden gevonden. Ook trippy schilderingen in grotten geven de indruk dat de prehistorische mens bekend was met de psychedelische ervaring.
"Maar deze schalen zijn het eerste fysieke bewijs voor de theorie", zo verklaart hoofdonderzoeker Scott Fitzpatrick op de Amerikaanse wetenschapssite Eurekalert.com. "Onze testen wijzen uit dat het gaat om aardewerk dat zeer waarschijnlijk werd gebruikt om hallucinogene substanties te inhaleren."